MEDITATIE | APRIL 2017
In de jaren `80 en `90 hield punkrock de jongelui, die zich rebels en revolutionair tegen de sociale problemen wilden afzetten, bezig. Een band uit São Paulo, genaamd ‘Olho Seco’, verwoordde het typische nihilisme van die beweging, die uitging van de dood van de hoop en de zin van het leven, als volgt: "Hoop ontplofte in meer dan duizend stukjes. Met haar vervloog mijn toekomst, liet me als een wrak achter. Begraaf me, begraaf me. Ik ben dood! Dood!" Vaak voelen we ons zo: dood! Het is niet een echte dood, maar het is even verlammend, wanneer de zin van het leven lijkt te zijn verdwenen en wanneer je hoop en je dromen in rook lijken te vervliegen. Dan lijken we net "levend-doden", bedekt door de duistere aanwezigheid van existentiële leegte.
Op een dag werd Jezus geconfronteerd met de wrede realiteit van de dood van zijn vriend Lazarus, die al vier dagen daarvoor begraven was en reeds stonk. De mensheid leeft als in de toestand van Lazarus: dood en stinkend, bedorven van binnenuit. Dat wordt duidelijk in het lijden, de pijn, het verdriet, de haat, oftewel in de persoonlijke tragedies die we zo goed kennen en die, wanneer ze ons vol treffen, alle zwakheid en onmacht van ons aardse wezen ten opzichte van het moordende kwaad, dat niet alleen ons lichaam maar ook onze ziel kan doden, aan het licht brengen.
Op Aswoensdag begon de veertigdagentijd, waarin we als christelijke kerk stilstaan bij het lijden en sterven van Jezus. Het is ook een goede gelegenheid om stil te staan bij de eindigheid en kortstondigheid van ons menselijke leven. In plaats van de gedachte aan de dood verre van ons te houden, moet die ons juist stimuleren tot grote vitaliteit: dat we intens gebruik maken van elke waardevolle gelegenheid in dit korte leven om lief te hebben, om onze naasten bij te staan, vooral degenen die lijden, en om diegenen te helpen die niks hebben.
Het wenen van Jezus bij de dood van zijn vriend Lazarus laat de bewogenheid zien van iemand die hetzelfde gevoel bij de dood heeft dat wij ook ervaren. Hij is nog letterlijk onze dood gestorven, maar heeft haar overwonnen toen hij opstond uit de doden. Om Lazarus opnieuw te laten leven en te laten lopen, verwijderde Jezus de windsels. Zo gaat hij ook bij ons te werk. Christus verwijdert de windsels van de dood en het kwaad, zodat wij, "stinkerds" die we zijn, het leven en de liefde kunnen ervaren. De apostel Paulus zegt: "Hij heeft u leven gegeven, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en zonden" (Ef 2:1).
Als aan de ene kant problemen en bitterheid er voor kunnen zorgen dat we verlamd raken, kunnen ze aan de andere kant door God ook ten leven gebruikt worden in dit aardse tranendal. Zelfs als we ons er niet van bewust zijn, overleven we elke dag een beetje de dood (het kwaad in mij en in de anderen). De overwinning van het leven in ons bestaan leert ons wat de oude christenen al wisten, n.l. dat de dood aan het eind van het aardse leven "vere dies natalis", oftewel de echte geboorte van de mens betekent. Het leven begon al bij onze conceptie, maar in het uur van onze dood wil de opgestane Christus ons op dezelfde manier oproepen tot een vol en waarachtig leven, als hij eens de misdadiger rechts aan het kruis aansprak: "Heden zult gij met mij in het paradijs zijn" (Luc. 23:43)
predikant Josemar
Comentários
Postar um comentário