Pular para o conteúdo principal

Werkelijk vrij: een boodschap die "viraal" ging.


MEDITATIE | OCTOBER 2017


In de maand oktober herdenken we 500 jaar Protestantse Hervorming. Er zijn al veel feestelijkheden en activiteiten gaande op verschillende locaties en ook op de sociale media. Men verwacht dat deze herdenking viraal zal gaan op het internet. Iets gaat viraal, wanneer het zich erg verspreidt via de sociale media en heel populair wordt. U vergist zich als u denkt dat dit fenomeen bestaat sinds de komst van het internet.

Volgens het tijdschrift "The Economist" van december 2011 maakten de sociale media vijf eeuwen vóór Facebook de beweging van de Hervorming al populair. Een 'post' van Luther op de deur van de kerk van Wittenberg op 31 oktober 1517 veroorzaakte een ongeziene golf van reacties, zodanig dat binnen vier weken de hele christelijke wereld er kennis van had genomen. Net zoals tegenwoordig met 'likes' en 'retweets' was in de zestiende eeuw het aantal herdrukken een indicatie van de populariteit van een tekst. De pamfletten van Luther werden zo vaak gekopieerd dat dat uiteindelijk verboden werd. Maar toen was het al te laat, want de 'posts' van Luther waren de grens van Duitsland al over en niet meer te controleren. Om het in moderne taal te zeggen: de boodschap van Luther was viraal gegaan.

Als we het slechts van deze kant bekijken, zouden we zeggen dat Luther geluk had gehad met een sociale beweging, die zijn 'posts' viraal liet gaan en die hem binnen een paar weken duizenden 'volgers' bezorgde. Maar als we het van de andere kant bekijken, de kant waar God leiding heeft over de gebeurtenissen, God, wiens woord "niet ledig tot Hem wederkeert en doet wat Hem behaagt"(Jes.55-11), dan zien we het werk van de Heilige Geest in al deze omstandigheden. De boodschap van Luther ging tenslotte viraal, omdat die iets heel waardevols bevatte en iets nieuws onthulde dat verborgen was in de zwakheden van de toenmalige kerk en maatschappij.

De boodschap dat Christus ons heeft vrijgemaakt, opdat wij werkelijk vrij zouden zijn (Gal. 5-1), was nog niet zo duidelijk in de zestiende eeuw. De weg tot bevrijding van de zonde ging destijds via bedevaartstochten, relikwieën, aflaatbrieven en dergelijke. Zelfs tegenwoordig zijn veel mensen ertoe geneigd te denken dat bepaalde opofferingen, financiële bijdragen en liefdadigheid hen bij God in een goed blaadje doen komen.

Om die reden vieren we deze maand, 500 jaar sinds de Hervorming, dat God zijn kerk gezegend heeft door middel van zijn dienstknecht Luther, die ons herinnerde aan onze bevrijding van de Wet door het Evangelie van Jezus Christus. Luther en zijn medestanders begrepen uit de Schriften dat, als wij, zondaars, op eigen kracht en met goede werken onze redding zouden moeten verdienen, we hopeloos verloren zouden zijn. Maar, door het werk van de Heilige Geest, herontdekten de hervormers ook het evangelie: de geweldige boodschap dat Jezus Christus geleefd heeft, gestorven is en opgestaan is om ons te verlossen en te rechtvaardigen en om ons leven in overvloed te geven.

We ontvangen dit met blijdschap: de Zoon maakt me vrij! Jezus Christus heeft de slavernij van de Wet op zich genomen en stierf voor de zonde van de wereld. God verklaart de wereld gerechtvaardigd door Jezus. "Wanneer dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult gij werkelijk vrij zijn." (Joh.8:36). Toen Luther deze vrijheid ontdekte door het geloof in Christus, schreef hij dat de poorten van het paradijs zich voor hem openden. Die staan ook voor ons open. Laten we daarom blij zijn met deze overgang van de slavernij naar de vrijheid. Laten we blij zijn dat we echt deze vrijheid mogen genieten. We bidden dat God ons vast zal houden, trouw aan het evangelie. Dat hij ons zal helpen dat met blijdschap uit te dragen, zodat het viraal gaat in deze wereld, die zó het leven en de vrijheid in Jezus mist.

predikant Josemar da Silva Alves Bonho
Evangelisch Gereformeerde Kerk van Brazilië in Itararé

Comentários

Postagens mais visitadas deste blog

O testamento do Cachorro

Hoje, Quarta-feira de Cinzas, procurando alguma coisa interessante pra relaxar e assistir, me deparei com o Ariano Suassuna na TV Senado. Era umas 22 horas, o programa já havia começado a algum tempo, mas peguei muita coisa boa e pérolas valiosas do escritor. Trata-se de uma aula-espetáculo que fora realizada em Junho de 2013, na sala Villa-Lobos do Teatro Nacional de Brasília (DF). Depois do programa, acabei explorando na rede muita coisa que o Suassuna falou, partindo de sua fala de que não cria mas copia. Copia o que o provo brasileiro traz. Aí vem as histórias contadas, os muitos cordéis que se perdem no tempo. Procurando a história do enterro do cachorro de um antigo folheto de literatura de cordel - que o próprio Suassuna atribui a fundamentação de “O Auto da Compadecida” -, me deparei com Leandro Gomes de Barros, um grande poeta da literatura de cordel, nascido no sertão da Paraíba, e que viveu de 1865 a 1918. A história do testamento do cachorro é parte do folheto "O d

Mãos frias, coração quente, amor ardente

Parece que o frio finalmente mostrou sua face gélida em nossa região. Enquanto escrevo este texto, o celular está marcando cinco graus em Itararé. Na madrugada a temperatura ficou abaixo de zero. Por outro lado, o noticiário internacional está mostrando as ondas de calor no hemisfério norte que dificultam a luta contra o fogo que atinge Portugal, Espanha e EUA. Estas situações de frio e calor lembram as revelações divinas ao apóstolo João no livro do Apocalipse, especialmente a mensagem dirigida à igreja em Laodiceia: “Conheço as suas obras, sei que você não é frio nem quente. Melhor seria que você fosse frio ou quente! Assim, porque você é morno, nem frio nem quente, estou a ponto de vomitá-lo da minha boca.” (Ap 3.15-16) É bem verdade que o frio em alguns lugares está de “congelar a alma”, mas muitas vezes é um frio de outra natureza que toma conta de nossos corações. Uma frieza no amor a Deus e ao próximo. Uma frieza na fé e nas obras. O apóstolo Tiago escreveu em sua Carta:

Noite de São João para além do muro do meu quintal

NOITE DE S. JOÃO PARA ALÉM DO MURO DO MEU QUINTAL Alberto Caeiro (Fernando Pessoa) Noite de S. João para além do muro do meu quintal. Do lado de cá, eu sem noite de S. João. Porque há S. João onde o festejam. Para mim há uma sombra de luz de fogueiras na noite, Um ruído de gargalhadas, os baques dos saltos. E um grito casual de quem não sabe que eu existo. PESSOA, Fernando. Alberto Caeiro: poemas completos . São Paulo: Nobel, 2008. p. 136 São João, de Di Cavalcanti, 1969 (Óleo sobre tela) E a música do Vitor Ramil inspirada no poema do Fernando Pessoa : NOITE DE SÃO JOÃO Vitor Ramil (Ramilonga, 1997) Poema de Fernando Pessoa Noite de São João Noite de São João Para além do muro do meu quintal Noite de São João Noite de São João Para além do muro do meu quintal Do lado de cá, eu Do lado de cá, eu Do lado de cá, eu Sem noite de São João Do lado de cá, eu Do lado de cá, eu Do lado de cá, eu Sem noite de São João Porque há São João Onde o festejam